Vandaag de dag wordt er verantwoord en veilig gestort volgens de geldende wet- en regelgeving. Toch moet het nog beter en vooral duurzamer.
Traditioneel storten
Bij de huidige wijze van storten zorgt het stortbedrijf eerst voor een onderafdichting van de stortplaats. Vervolgens wordt een aantal jaren afval gestort tot de stortplaats vol is. Daarna dichten we de stortplaats af met een waterdichte bovenlaag. Het afval is dan volledig ingepakt en afgesloten van de omgeving. Verontreinigende stoffen kunnen niet naar de omgeving lekken. Ook wordt water en gas uit de stortplaats opgevangen en gereinigd en gebruikt voor de productie van energie. Het stortbedrijf en toezichthoudende instanties controleren of geen verspreiding van verontreinigingen plaatsvindt.
De afvalstoffen blijven liggen zoals ze zijn neergelegd. Nadeel van deze werkwijze is dat deze stortplaatsen eeuwigdurend moeten worden beheerd en gecontroleerd. Alle voor de veiligheid genomen voorzieningen moeten hun werk goed blijven doen. Uiteindelijk moet de waterdichte bovenlaag op termijn worden vervangen. Een ingrijpende operatie, omdat alles wat op de stortplaats staat er vanaf moet. Dat maakt het lastig om de stortplaats een nieuwe functie te geven.
Duurzaam stortbeheer
Om de nadelen van het huidige storten te ondervangen is de afvalbranche samen met provincies en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) gestart met het programma introductie Duurzaam Stortbeheer (iDS).
Bij duurzaam stortbeheer worden achtereenvolgens water en lucht in de stortplaats gebracht. Dat stimuleert de biologische afbraakprocessen. Wetenschappelijk onderzoek van de afgelopen twintig jaar heeft bewezen dat dit kan leiden tot een aanzienlijke vermindering van verontreinigingen in de stortplaats.
Het duurt naar verwachting 10 jaar om met deze versnelde afbraakprocessen de verontreinigingen in de stortplaats af te breken. De kwaliteit van het achterblijvende materiaal moet voldoen aan vooraf vastgestelde milieuhygiënische eisen, zodat er geen gevaar voor de omgeving meer bestaat. De verwachting is dat de stortplaats daarna minder aandacht nodig heeft.
Veiligheid, zorgvuldigheid en kwaliteit staan voorop
De aanpak van iDS klinkt eenvoudig, maar vergt een zorgvuldige voorbereiding. Zorgvuldigheid en kwaliteit staan bij iDS op de eerste plaats. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Nationale Instituut voor Energie-Innovatie ECN zijn nauw betrokken bij het opstellen van de onderzoeksvragen en -doelen.
De Technische Commissie Bodem (TCB) is ook betrokken en heeft in een aantal adviezen richting gegeven aan de voorbereiding.
Technologiestichting STW onderstreept de zorgvuldigheid en kwaliteit van iDS. STW heeft in 2010 aan de Technische Universiteit Delft een subsidie van 1,3 miljoen euro verstrekt voor wetenschappelijk onderzoek. Onderzoek dat bijdraagt aan de kwaliteit van iDS en maakt het mogelijk zorgvuldig kennis te ontwikkelen en te delen.
Kosten besparen en hoogwaardiger hergebruik
Als iDS succesvol blijkt dan leidt dat tot een totale kostenbesparing van tientallen miljoenen euro’s. Deze besparing is mogelijk doordat geen water- en gasdichte afwerking nodig is. Deze afdichting hoeft dan ook niet meer na een bepaalde termijn te worden vervangen en de nazorg hoeft niet eeuwig te worden voortgezet. Dit maakt het ook mogelijk om de stortlocaties een hoogwaardiger nieuwe bestemming te geven.
Planning
Pionierswerk en innovatie laten zich niet in een strak tijdpad dwingen. Zorgvuldigheid en kwaliteit gaan in dit technisch complexe programma voor snelheid. De provincies Noord-Holland, Noord-Brabant en Flevoland, IPO, brancheorganisaties, betrokken bedrijven en het ministerie van IenW hebben in 2015 de haalbaarheid van het experiment positief beoordeeld. Op 6 oktober 2015 is de de Green Deal Duurzaam Stortbeheer ondertekend. Garanties over de exacte doorlooptijd zijn niet te geven. In 2021 heeft de tussentijdse evaluatie duidelijk gemaakt dat het project kans van slagen heeft, zonder negatief effect op het milieu. De gewenste processen, zoals de uitspoeling van verontreinigingen en natuurlijke afbraak/stabilisatie van organisch materiaal zijn in gang zijn gezet. Hiermee staan de seinen op groen voor de tweede helft van de pilot.
Het programma iDS bestaat uit 4 projecten.
1: Green Deal Duurzaam Stortbeheer (GDS): dit project bevat alle voorbereidingen en aanpassingen in de regelgeving. In oktober 2105 is de Green Deal getekend;
2: Uitvoering Duurzaam Stortbeheer (UDS): dit is de fysieke start en de daadwerkelijke uitvoering van het onderzoek in de drie pilotstortplaatsen;
3: Verificatie Duurzaam Stortbeheer (VDS): dit project bestaat uit het (tussentijds) toetsen van de resultaten van het onderzoek;
4: Regelgeving Duurzaam Stortbeheer (RDS): als het onderzoek succesvol wordt afgerond zijn aanpassingen van de wet- en regelgeving nodig.
De planning van de vier projecten in het programma iDS: