“Vijf jaar na de start van de proef heeft een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden. Deze is positief verlopen. We zien dat de ontwikkelingen die we voorspeld hadden ook zo lopen en dat de ideeën werken. Wel gaan de afbraakprocessen minder snel dan verwacht, maar we zitten nog altijd op de juiste weg. Alle reden om verder te gaan met de pilot iDS.”
“Doordat we later zijn gestart en de afbraak meer tijd kost, is het beter om langer door te gaan. Dan hebben we meer tijd om te meten en krijgen weer meer gegevens om een duidelijke conclusie te trekken. In november 2023 organiseerden we een symposium, dat drukbezocht en met enthousiasme ontvangen is. We kijken hoe we daar een vervolg aan kunnen geven.”
Waarom is iDS belangrijk?
“Het project iDS levert heel veel kennis op van de processen binnen een stortplaats. Dat is nu een black box. Deze kennis kan ons helpen bij het beheren van een stortplaats in de toekomst, maar ook over de wijze van storten in de dagelijkse praktijk. Eeuwigdurend is wel erg lang en ik zeg weleens gelukkig hebben de Romeinen dat niet gedaan anders hadden we nog steeds met hun rommel gezeten.”
Waar hoop je op aan het einde van de pilot?
“Dat we zoveel kennis hebben opgebouwd en processen op gang hebben gebracht dat de eeuwigdurende nazorg van een stortplaats kan worden teruggebracht tot een periode die we kunnen overzien en ons nageslacht niet laten zitten met de rommel die wij vandaag de dag maken.”
Wat is de meerwaarde van de pilot?
“Door een pilot op meerdere stortplaatsen, op compartimenten en met meerdere technieken te doen, krijgen we heel veel kennis over de processen die zich afspelen in een stortplaats. Met daarbij de kennis van de TU Delft en de WUR hopen we die processen goed in beeld te krijgen en wetenschappelijk te onderbouwen, zodat we samen met het ministerie beleid kunnen maken dat duurzaam stortbeheer voor de toekomst mogelijk maakt.”
Waarom is het belangrijk dat meerdere partijen deelnemen aan de pilot?
“Alle stortplaatsexploitanten in Nederland doen mee en daar zijn we erg blij mee. Ook veel provincies – helaas niet alle – en het ministerie zijn betrokken bij dit project. We zijn blij met die betrokkenheid en zijn trots dat ze op werkbezoeken komen kijken hoe het met de pilot gaat. Ze zetten samen met ons de schouders eronder om tot een gedragen resultaat te komen.”
