“In 1999 ben ik betrokken geraakt bij ‘duurzaam storten’. We waren toen bezig met een aantal proefprojecten waarbij we keken naar het verduurzamen van stortplaatsen. In deze projecten hebben we veel inzicht gekregen in de natuurlijke omzettingen die optreden in stortplaatsen. Deze processen zijn het gevolg van ‘waterstroming’ die ontstaat door regenval, afbraak van organisch materiaal doordat er micro-organismen leven in het afvalpakket, en als gevolg daarvan een groot aantal chemische reacties. We zagen toen dat al deze processen bijdroegen aan het verlagen van de emissies vanuit stortplaatsen. Ik ben sinds 1999 altijd actief gebleven bij dit onderwerp, en vanaf 2007 vanuit mijn rol als wetenschapper bij de TU Delft.”
Waar hoop je op aan het einde van de pilot?
“Op dit moment begrijpen we veel beter dan in 2010 welke processen bijdragen aan de verduurzaming van stortplaatsen. We weten hoe we deze processen kunnen stimuleren door infiltratie en recirculatie van water en door beluchting. Wat nu vooral de uitdaging is, is hoe we de stabilisatie van een stortplaats kunnen optimaliseren. In 2030 / 2031 kunnen we laten zien wat de stabilisatie betekent voor kwaliteit van het percolaat en de emissies van stortgas. Ook kunnen we een inschatting geven wat de toekomstige emissies zullen zijn, hoe deze verlopen in de tijd en welke onzekerheden daarmee samenhangen.”
Op wat voor manier kan de pilot van meerwaarde zijn voor de toekomst van stortplaatsen?
“De pilots zijn nu al van grote meerwaarde voor de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis over processen in stortplaatsen en vergelijkbare complexe systemen. De pilots hebben tot een wereldwijde unieke dataset geleid waarmee het wetenschappelijk onderzoek wordt versneld. De pilots geven ook veel praktijkervaring over hoe stabilisatietechnieken werken. Daarnaast hebben de pilots ons laten zien dat veel veronderstellingen en aannames die we hadden over een stortplaats gewoon niet klopten. Dit zal in de toekomst leiden tot veel betere toepassing van de verduurzamingstechnieken.”
Waarom is het zo belangrijk dat meerdere partijen deelnemen aan de pilot?
“Dit project is voor een wetenschapper een ‘droomproject’. Dit komt omdat we in het consortium intensief met elkaar samenwerken. Het wetenschappelijk onderzoek kan alleen succesvol zijn als het goed wordt geïntegreerd in de praktijkproeven op locatie. De waarde van alle gegevens is vele malen groter als de gegevens in samenhang worden geïnterpreteerd. Ook is het uniek dat we op drie praktijklocaties tegelijkertijd kunnen werken. Het feit dat we samenwerken met verschillende stortplaatsexploitanten betekent dat we profiteren van zeer veel ervaring. Het succes laat zich meten in de hoeveelheid wetenschappelijk onderzoeksubsidie die we hebben weten te krijgen dankzij de investeringen van de stortplaatsexploitanten. Het totaal komt inmiddels op een kleine 7 miljoen euro vanaf 2011 tot nu.”