“Binnen het project iDS kijken we met deelnemende partijen naar hoe we stortplaatsen duurzamer in kunnen richten en beheren. Stortplaatsen krijgen nu een bovenafdichtingscontructie die iedere 50 tot 75 jaar vervangen moet worden. Een kostbaar iets, ook voor de generaties na ons. Binnen iDS wordt water en/of lucht in de stortplaats gebracht, wat biologische afbraakprocessen in de stortplaats stimuleert. De verwachting is dat de stortplaats daardoor schoner wordt dan de maximale toegestane wettelijke uitstoot. Hierdoor is er geen bovenafdichting meer nodig die vervangen moet worden. Er hoeft dan alleen een bovenafdekking aangebracht te worden. Het risico op vervuiling vermindert, het verminderen van beheer en onderhoud levert milieuwinst op en hopelijk ook een enorme kostenbesparing.”
Waar hoop je op aan het einde van de pilot?
“Uiteindelijk hoop ik dat de pilot succesvol is en/of kennis oplevert, zodat we weten wat goed is om te doen en we deze pilot kunnen toepassen op de andere gesloten stortplaatsen. Natuurlijk kan het zo zijn dat er nader onderzoek nodig is en we hier een vervolg aan moeten geven. Als dat zo is, is dat ook een waardevolle uitkomst.”
Op wat voor manier kan de pilot van meerwaarde zijn voor de toekomst van stortplaatsen?
“Als Duurzaam Stortbeheer ook op andere stortplaatsen kan worden toegepast, is dat van enorme meerwaarde voor het milieu. En dat is natuurlijk in het belang van ons allemaal. De gezondheid en veiligheid van de omgeving staan wat mij betreft voorop.”
Waarom is het zo belangrijk dat meerdere partijen deelnemen aan de pilot?
“Duurzaam Stortbeheer vraagt een verandering van de wijze van beheer en onderhoud van gesloten stortplaatsen. Het is belangrijk dat alle betrokken partijen meedoen, zodat ze ieder vanuit hun eigen belang en rol input kunnen leveren. Ook voor de toekomst is het van enorme meerwaarde als alle betrokken partijen samen uittesten hoe we kunnen verduurzamen en tot de conclusie komen of dit succesvol is of niet. Hopelijk leidt het onderzoek tot mooie resultaten die uiteindelijk ten goede kunnen komen aan stortplaatsen in heel Nederland.”